Terug naar de normale dagelijkse activiteiten

Inleiding

Door ziekte of klachten kan uw normale dagelijkse leven behoorlijk van slag raken. Werken en sporten lukt soms niet. Bij kortdurende ziekten, zoals griep, kunt u uw normale leven weer oppakken, als de klachten verdwenen zijn. Soms moet dat wel geleidelijk gebeuren, omdat u in het begin sneller moe bent.

Functionele somatische syndromen of psychosomatische klachten.

Bij sommige klachten kunt u beter niet wachten met uw normale activiteiten, tot de klachten zijn verdwenen. Dit geldt voor klachten die niet veroorzaakt worden door een duidelijke lichamelijke ziekte of afwijking. Bijvoorbeeld hoofdpijn, buik- en lage rugklachten. Zulke klachten noemen we 'functionele somatische syndromen' of 'psychosomatische klachten'. Deze beginnen vaak als een reactie op stress en kunnen voortduren door onbewuste processen. Meer hierover kunt u lezen in de informatiefolder 'Van acute naar chronische rugklachten'.

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het beter is om bij deze klachten, snel weer uw normale leven op te pakken. De klachten verdwijnen dan beduidend sneller. Een voorwaarde is wel dat u er vertrouwen in heeft dat de klachten niet toenemen als u beweegt. Als u dat vertrouwen niet heeft, beweegt u zich ingehouden en krampachtiger. Daarom is goede voorlichting over de klachten en over het beloop ervan belangrijk.

Tijdcontingente benadering of graded activity behandeling

Begeleiding bij 'psychosomatische klachten' richt zich:

  • in de eerste plaats niet op vermindering van de klachten zelf
  • maar vooral op het oppakken en uitbreiden van de dagelijkse activiteiten

Dit is, zeker in het begin, voor iemand met pijn niet gemakkelijk. Deze aanpak wordt ook wel de 'tijdcontingente benadering' of 'graded activity behandeling' genoemd. Dit wil zeggen, dat uitbreiding van de activiteiten op vaste tijdstippen plaatsvindt en niet op geleide van pijn.

Voor wie is de tijdcontingente begeleiding bedoeld?

Twee groepen mensen komen voor deze aanpak in aanmerking:

  1. Mensen met lichamelijke klachten zonder een aantoonbare lichamelijke ziekte of afwijking. Deze klachten zijn vaak een gevolg van overbelasting en/of van een lichamelijke reactie op stress.  Meer informatie kunt u lezen in de informatiefolder 'Verband tussen stress en lichamelijke klachten'
  2. Mensen met een doorgemaakte -inmiddels genezen- ziekte, die klachten en beperkingen in het dagelijks leven blijven houden. De klachten zijn chronisch geworden.Meer informatie kunt u lezen in de informatiefolder 'Van acute naar chronische rugklachten'

Een voorbeeld van klachten van deze tweede groep, zijn chronische pijnklachten. Mensen met chronische pijn passen hun gedrag vaak aan, aan de pijn. Om de pijnklachten te verminderen of te vermijden, hebben ze zich onbewust een nieuw bewegingspatroon aangeleerd. Dat patroon wordt gekenmerkt door krampachtig, onzeker en langzaam bewegen. Ook beperken velen zich in hun dagelijkse activiteiten. Dit gedrag noemen we ook wel:

  • pijnvermijdend gedrag
  • pijngedrag of
  • ziektegedrag

Voor ziektegedrag waarbij geen lichamelijke oorzaak aanwezig is, is de tijdcontingente training een goede aanpak.

Hoe gaat de tijdcontingente begeleiding in zijn werk?

Klachten worden vaak in stand gehouden, doordat het gedrag verandert. Hiermee bedoelen we dat mensen, vaak onbewust, hun gedrag aanpassen aan hun klacht. Juist deze gedragsverandering zorgt ervoor dat de klachten blijven bestaan. U heeft bijvoorbeeld pijn in uw onderrug nadat u zich heeft vertild. U kunt bijvoorbeeld het volgende doen:

u gaat gewoon door met uw werkzaamheden, maar kijkt uit bij het tillen u blijft in bed en beweegt uw rug zo min mogelijk Uit onderzoek blijkt dat u in het eerste geval sneller van uw klachten af bent. In het tweede geval staat uw gedrag de genezing in de weg. De oplossing voor uw klachten ligt dan in een gedragsverandering (tijdcontingente begeleiding).

Kenmerken van de tijdcontingente begeleiding:

  • verkeerde patronen van bewegen en dagelijkse activiteiten worden veranderd. De klacht, bijvoorbeeld rugpijn, speelt geen rol. Het gaat om het uitvoeren van bepaalde bewegingen en activiteiten op een vastgesteld tijdstip
  • in een schema worden de bewegingen en activiteiten vastgelegd. Per dag nemen de bewegingen en activiteiten toe

Het is belangrijk dat u overtuigd bent dat deze aanpak geen risico met zich meebrengt. Begin daarom op een heel laag niveau met uw activiteiten, 30 á 40% van het niveau dat u op dat moment mét uw klacht verricht. Op deze manier weet u zeker dat u geen risico loopt. Het schema is zo opgezet, dat u na een week op uw uitgangsniveau bent. U merkt dat u nu niet meer krampachtig beweegt, maar juist onbevangen en met een normale snelheid. Vervolgens wordt elke week een nieuw schema opgesteld, waarbij dezelfde principes worden gehanteerd.

Voorbeeld van een tijdcontingent schema: week 30

  • iedere ochtend een half uur wandelen
  • 's avonds geen afspraken plannen
  • iedere middag tussen 13.00 en 15.00 uur slapen
  • bewust niet met mijn werk bezighouden
  • geen huishoudelijke taken doen

week 31

  • iedere ochtend een half uur wandelen, dinsdag een wandeling van één uur
  • twee avonden per week iets leuks doen
  • iedere middag tussen 14.00 en 15.00 uur slapen
  • een middag over werk nadenken
  • op dinsdag twee uur schoonmaken en om het kwartier even rusten

Het belang van een juiste gedachte

De tijdcontingente aanpak werkt niet, als u blijft denken dat u risico loopt op een verergering van de klachten. Alleen als u vertrouwen heeft dat u geen risico loopt, kan deze begeleiding succesvol zijn. Daarom begint u heel rustig met uw activiteiten.

Daarnaast is vaak professionele begeleiding nodig, om u vertrouwen te laten krijgen in de behandeling. Het kan zijn dat bepaalde gedachten steeds terugkomen. Vaak zorgen deze voor onzekerheid, twijfel en angst. Dit komt vaak voor bij mensen die langdurig klachten hebben. Het is verstandig om hier niet lang mee rond te lopen. Neem dan contact op met uw huisarts of bedrijfsarts.

Werkt de tijdcontingente aanpak?

De tijdcontingente aanpak werkt zeker. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat deze aanpak een goede kans op succes heeft bij mensen met chronische pijnklachten van nek, rug en armen. De resultaten zijn nog veel beter als de begeleiding door een team plaatsvindt, waarin ook gewerkt wordt aan het krijgen van juiste ideeën en gedachten over de klachten.

Ook als u tegelijk leert inzien welke factoren stress veroorzaken en hoe u kan omgaan met deze factoren, verhoogt dat de kans op succes. Voor meer informatie kunt u de volgende informatiefolder lezen: 'Van acute naar chronische rugklachten'

In samenwerking met

Drs. T. Dijkhorst (auteur) Dr. P.F. van Akkerveeken (consulent)

Bronnen

  • Smulders PGW, Veerman TJ. Handboek ziekteverzuim. Gids voor de bedrijfspraktijk.
  • Willems JHBM, Croon NHTh, Koten JW. Handboek Arbeid en belastbaarheid.
  • Richtlijn CBO Aspecifieke lage rugklachten.
  • Richtlijn NVAB: Handelen van de bedrij fsarts bij werknemers met lage rugklachten.
  • NHG Standaarden lumbosacraal radiculair syndroom. Nederlands Huisartsen Genootschap, februari 1996.
  • Akkerveeken PF van, Versloot JM. De Rugdokter. Diemen, 1997. ISBN 90 6057 956 9.
  • Main CJ, Wood PLR, Hollis S, Spanswick CC, Waddell G. The Distress and Risk Assessment Method. Spine 17 (1992): 42-52.
  • Fordyce WE, Brockway JA, Bergman JA, Spengler D. Acute back pain: A control-group comparison of behavioral vs traditional methods. J Behav Med 1986;9:127-140
  • Vlaeyen JW, Linton SJ. Fear-avoidance and its consequence in chronic musculoskeletal pain: A state of the art. Pain 2000;85:317-332
  • Waddell G. The back pain revolution. Edinburgh: Livingstone, 1998

Pagina laatst aangepast op 28 juni 2019